De drainagebuizen kunnen we tot een diepte van vijf meter onder het maaiveld plaatsen. De sleuf kan helemaal of deels worden aangevuld met doorlatend materiaal, zoals grof zand of grind. Aan het uiteinde van de drain wordt een dichte flexibele slang aangebracht, die wordt aangesloten op een vacuümpomp. Ook kunnen de drains worden gekoppeld (eventueel via controleputten) en mondt de koppeldrain uit in een verzamelput. Deze put kan door middel van een pomp leeggemaakt worden.
In samenwerking met erkende specialisten plaatsen we filters verticaal in de grond. Deze worden bovengronds gekoppeld op een hoofdleiding die met een zuigerpomp wordt afgezogen richting rioolkolk of oppervlaktewater.